Bericht uit Odessa


Onderstaand interview met Pfarrer Alexander Gross van de Evangelische Lutherse kerk in Odessa, bereikte ons via Dieuwertje Kaper. Luuk Wiersma heeft gezorgd voor een Nederlandse vertaling.

Hoe is de situatie in Odessa kort voor Pasen 2022?
Alexander Gross: Vergeleken met andere regio’s in het oosten en noorden van Oekraïne is het bij ons een stuk rustiger. Van tijd tot tijd zijn er raketaanvallen maar die zijn vooral gericht op militaire doelen en op brandstofdepots. In Odessa is de situatie nog niet zo rampzalig als op andere plaatsen, waar huizen en scholen verwoest worden. Het leven neemt weer zijn normale beloop: de mensen gaan naar hun werk, de boeren werken op de akkers. De kinderen gaan niet naar school, maar krijgen thuis onderwijs via het internet. Wij hebben nu in de tweede week ons Cultuurcentrum weer geopend. Kinderen uit arme gezinnen komen bij ons, ze hebben hun schoolopdrachten bij zich. Wij helpen hen daarbij.

Allemaal kennen wij de verschrikkelijke beelden uit Boetsha en Marioepol. Zijn de mensen bang?
Ja, de angst er is zeker. Mijn collega en ik hebben overlegd of wij onze gezinnen die naar Roemenië zijn gevlucht, weer zullen laten terugkomen. Maar we hebben besloten daar liever nog mee te wachten. We vrezen dat de Russen ook in onze regio blindelings zullen aanvallen. Met deze angst moeten we leven. Maar het helpt ons allemaal dat het leven van alledag terugkeert.  Ik zou zeggen: 90% van de zaken lopen hier in Odessa weer zoals voor de oorlog.

Welke mening hebben de mensen over Duitsland, dat altijd nog heel veel geld betaald voor de Russische energie, maar volgens de mening van critici te traag is met het leveren van wapens?
Met mij praat niemand daarover. Maar in de media en in de sociale netwerken is het wel aan de orde.
Sommigen zijn woedend dat de weg naar een concrete politiek zo lang is en dat een aantal mensen in Duitsland blijft hangen in begrip voor Poetin. Anderen zeggen: Duitsland is een democratie en dat leidt tot verschillende meningen inzake Oekraïne. Ik persoonlijk vind dat er in één maand in Duitsland al veel is gebeurd. Inderdaad, de bondspresident Frank-Walter Steinmeier was vroeger zeer pro-russisch in zijn stellingname. Maar het afzeggen van zijn bezoek – dat was niet slim van de Oekraïense regering. Maar dat allemaal is voor ons geen hoofdzaak. Wij hebben hulp nodig, dat is belangrijk. En Duitsland biedt veel hulp, het Evangelische Gustav-Adolf-Werk bijvoorbeeld presteert ongelooflijk veel. Zij waren de eersten die gevraagd hebben wat wij nodig hebben. En zij helpen ook de mensen die gevlucht zijn naar Polen of Roemenië.

Toen wij elkaar telefonisch spraken aan het begin van de oorlog was het voor jullie belangrijk de arme gezinnen te blijven steunen. Is dat jullie gelukt?
Dat loopt inderdaad goed. Vooral in de eerste weken van de oorlog hadden de arme mensen het moeilijk, vooral de ouderen. De pensioenen werden niet op tijd betaald, veel winkels accepteerden alleen nog maar contant geld. Wij konden goed helpen, hebben geld verdeeld, zodat de mensen levensmiddelen konden kopen. Nu functioneren de bankpassen weer, de gepensioneerden hebben ook hun geld gekregen. Met onze sociale keuken gaan we door, we brengen 500 etenspakketten bij ouderen in de omliggende dorpen. Daarmee kunnen wij gericht helpen.

Pasen is het feest van de hoop. De dood heeft niet het laatste woord. Kun je met deze gedachten midden in de oorlog wel Pasen vieren?
Wij geloven in God en in Jezus die voor ons gestorven is. Dat geeft hoop – ongeacht in welke situatie wij ons bevinden. Maar ja, wij kunnen sterven, iedere dag. Dat kan gebeuren, het is oorlog. Maar de hoop in Jezus  en in ons geloof zijn sterker dan deze oorlog. Wij hopen dat God ons zal bijstaan en beschermen. Natuurlijk vieren wij Pasen, juist nu! Zondag ga ik voor in drie kerkdiensten, in drie gemeentes. We zullen daar samenzijn en vieren. Ik denk dat er in iedere gemeente twintig bezoekers komen. Daar kun je met elkaar praten, dat is belangrijk.

Zouden de mensen in Odessa een Russische bezettingsmacht aanvaarden?
Niemand zal dat accepteren. Welk doel hebben de Russen nog? Dat is de vraag die iedereen hier stelt. Zij kunnen de Oekraïne niet onder controle krijgen, hooguit een paar gebieden in het Oosten en in het Zuiden, maar ook dat geloof ik niet. Het Russische leger wordt elke dag zwakker. En als wij de juiste wapens krijgen, kan hun situatie nog sneller veranderen. Ik volg Russische kanalen op het internet. Op een kanaal werd meegedeeld dat men 30.000 mensen telefonisch naar hun mening had gevraagd. 95 procent wilde zich niet uitspreken over de oorlog. Begrijp dat goed! 95 procent van de Russen geven niet te kennen dat zij Poetin ondersteunen – dat is toegestaan, dat kun je zeggen in Rusland. Maar de mensen zeggen liever helemaal niets. Ik geloof er niet in dat 80 procent van de Russen achter Poetin staat, zoals vaak wordt gezegd. Het moeten er veel minder zijn. je hoort dat Russische soldaten niet meer willen vechten. Poetin wil de reservisten mobiliseren – maar dat lukt niet. In de volgende twee, drie weken zullen we zien hoe dat afloopt.

einde interview